Inspiratie
- Dé expert in kleur & interieur
- Flexa helpt de doe-het-zelver
Goed om je te zien!
Inloggen via e-mail.
Welkom bij Flexa
Inloggen via e-mail.
Aanmelden met e-mail
Registratie compleet
Met succes geregistreerd, gelieve in te loggen
Met succes geregistreerd, gelieve in te loggen
Je wachtwoord vergeten?
Voer het e-mailadres in dat is gekoppeld aan uw account
Wachtwoord wijzigen
Wachtwoord succesvol veranderd
Verzoek verzonden!
Voor meer inspiratie op maat, gelieve de 3 vragen hieronder in te vullen.
Account verwijderen
Rendement
Het in de technische documentatie genoemde rendement van producten is meestal het theoretisch rendement (het berekende rendement). Oók wordt soms gesproken over het praktisch rendement (het werkelijke rendement). Hieronder wordt het verschil uitgelegd.
Theoretisch rendement
Het theoretisch rendement is het aantal m², dat met 1 liter verf kan worden behandeld in een laag. Dit gaat uit van een ideale situatie, dus een niet zuigende, gladde ondergrond zonder applicatieverliezen. Deze informatie is te vinden in elk technisch documentatieblad en op het etiket van het product.
Het aantal m² is gemakkelijk uit te rekenen.
- Voor wanden en deuren meet je de breedte maal de hoogte van het te schilderen oppervlak. Dit vermenigvuldig je om het aantal m² te krijgen. De oppervlakte van deuren en ramen kun je bij het uitrekenen van wanden van het totaal aftrekken.
- Voor kozijnen meet je de dikte (omtrek in centimeters) van het kozijn. Die vermenigvuldig je met het aantal strekkende meters (omtrek van het kozijn).
Praktisch rendement
In de praktijk kan het rendement door verlies van verfmateriaal lager uitpakken. Dit wordt het praktisch rendement genoemd. Dit is eigenlijk het échte rendement per situatie. In de praktijk beïnvloeden de volgende factoren het werkelijke rendement:
- Oppervlakteruwheid
- Zuiging van de ondergrond
- Applicatieverliezen (verf die in de kwast/roller en het blik/bakje blijft zitten)
- Het aantal lagen (door bijv. kleurwijziging van rood naar wit)
- De laagdikte
Als er sprake is van één, of een combinatie van deze factoren, dan zal er meer verf nodig zijn. Het rendement zal dan lager uitvallen. Het is daarom niet mogelijk om een algemeen bruikbaar praktisch rendement op te geven. Gemakshalve kan er gerekend worden met een verlies van 5-10%.
Het exacte praktische rendement per object is (eventueel) te bepalen door een proefvlak te maken. Dit vergt echter wat meer inspanning, maar kan bij grote gestructureerde oppervlakken zinvolle informatie geven. Bij het rollen van enkele wanden is dit niet nodig.