Schilderen met watergedragen verf

Stappenplan:

Watergedragen verf breng je net even op een andere manier aan dan terpentineverdunbare verf:

Voordat je gaat schilderen:

1. Zorg voor voldoende ventilatie, maar geen tocht. Ideaal is een temperatuur tussen 10°C en 20°C, omdat anders de watergedragen verflaag niet of juist te snel droogt en slechter gaat vloeien.
2. Haal deurkrukken etc. van het te schilderen object af.
3. Laat een deur in het kozijn hangen. Een verticaal oppervlak vangt minder stof.
4. Leg onder de deur of ander object een schoon stuk karton of plastic. Zo voorkom je stof in de natte verf en bescherm je de vloer.
5. Zorg ervoor dat de verf op kamertemperatuur is. Te koude verf vloeit slecht.
6. Gebruik een universele- of acrylkwast en/of een lakviltroller. Grote oppervlakken kun je het best narollen, doe dit zonder druk te zetten op je natte verflaag.
   Door gebruik van verkeerde kwasten of rollers zal de laklaag slecht dekken, slecht vloeien of streperig opdrogen. Kwasten of rollers kunnen losse haren en pluisjes bevatten die in de laklaag terecht kunnen komen.  Dit voorkom je door de roller of kwast vooraf uit te spoelen in water.

Voorbehandelen van de ondergrond:

1. Reinig en ontvet de ondergrond met Alabastine Verfreiniger opgelost in water. Dit reinigt en ontvet beter dan water met ammonia.  Deze stap is belangrijk omdat op een vetvrije ondergrond een watergedragen verf beter zal vloeien en hechten.
2. Repareer eventuele beschadigingen met Alabastine Houtvuller.
3. Schuur kaal hout met korrelgrofte P150 – P180. Intacte verflagen schuur je met korrelgrofte P220 – P280. Verse grondverf- en aflaklagen matteer je met een kunststof schuurmatje.
4. Verwijder al het stof na het schuren.
5. Reinig en ontvet de ondergrond nogmaals met Alabastine Verfreiniger opgelost in water.
6. Plak waar nodig af met geschikt afplaktape.

Tijdens het schilderen:

1. Op een kale ondergrond gebruik je bij aflakken met lichte kleuren een witte grondverf en bij aflakken met donkere kleuren een grijze grondverf, zo verbeter je de dekking van de aflak.
2. Maak vooraf de deksel van de pot schoon, open de pot en roer de verf goed door.
3. Giet de benodigde hoeveelheid verf over in een schoon strijkvaatje of conservenblik. Ga je rollen? Gebruik dan een rolbakje, eventueel met inlegbak.
4. Breng een volle (stevige) laag grondverf aan. Werk je met een roller? Zet dan 2 à 3 banen naast elkaar op. Verdeel dit en rol in één richting licht na. Het beste resultaat krijg je door voldoende laagdikte aan te brengen en door snel te werken. Te lang in de laag strijken of rollen geeft streepvorming en glansverlies.
5. Als de grondverf gedroogd is, schuur de laag dan met een schuurmatje en maak stofvrij.
6. Vervolgens breng je op dezelfde manier de aflak aan.  Afhankelijk van de kleur, breng je de tweede laag aflak aan. Tussen de lagen schuur (matteer) je met een kunststof schuurmatje.

Na het schilderen:

1. Haal direct na het schilderen, wanneer de verf nog nat is, de afplaktape weg. Trek het schuin weg, naar de nog natte verflaag toe. Zo krijg je een mooie strakke rand.
2. Ga je de volgende dag verder met schilderen? Bewaar je kwast of roller in een luchtdicht afgesloten plastic zak.

Ben je klaar met schilderen? Spoel de kwast of roller uit in een emmer met water. Als je het water een paar dagen laat staan, zakt de verf naar de bodem. Het water kun je door de gootsteen gieten en de verfresten breng je naar het chemisch depot van de gemeente. Je kunt ook je kwast of roller helemaal laten drogen en bij het gewone afval weggooien.